De Nederlandse taal is een levende taal. Woorden doen niet altijd wat je van ze verwacht. Neem biodiversiteit. Het is een jong, nog wat onstuimig woord. Dartel als een veulen; kwetsbaar als een kuiken. Het woord is, zou je kunnen zeggen, in zijn ontkiemingsfase. Het woord biodiversiteit groeit als kool. De statistieken tonen aan dat het jaar in jaar uit steeds vaker wordt gebruikt. Maar de betekenis is nog niet uitgekristalliseerd. Lees de woordenboeken er maar op na. Overal is het weer anders gedefinieerd. Het woord wordt in wisselende contexten gebruikt. Het woord is bijna zo kleurrijk en ongrijpbaar als het leven waar ze naar verwijst.