h

WMO bespreking deelbeleidsplannen deel 2

22 november 2007

WMO bespreking deelbeleidsplannen deel 2

Maandag 19 november was de tweede avond waarop de deelbeleidsplannen voor de WMO zijn besproken. Het was de bedoeling dat op deze avond de overige vijf prestatievelden besproken zouden worden. Een week eerder was al gebleken dat het bespreken van een deelbeleidsplan veel tijd zou kosten. Dus dat we op deze tweede avond niet alle beleidsplannen zouden kunnen behandelen was mij op voorhand wel duidelijk. Maar dat dit nog tot veel discussie zou lijden had ik niet verwacht. De wethouder kwam zelfs met het voorstel om de deelbeleidsplannen die niet behandeld zouden worden schriftelijk af te doen. Dus dat fracties hun opmerkingen schriftelijk zouden indienen en dan zou er op korte termijn reactie op komen. Dit voorstel vond ik wel erg merkwaardig. Dan kan ik mij net zo goed afvragen waarvoor ik raadslid ben geworden. Als er geen politieke discussie gehouden wordt over de onderwerpen zou ik net zo goed als iedere burger schriftelijk mijn reactie kunnen geven op een stuk. Dan krijg ik nog binnen 6 weken antwoord terug ook. Dus dit voorstel heb ik dan ook zeker niet gesteund. En gelukkig de andere partijen ook niet!

Maar welke deelbeleidsplannen zijn er besproken, en wat was de inbreng van de SP?

Advies en ondersteuning
Het uitgangspunt van de SP is dat de burger met al haar vragen over wonen, zorg en ondersteuning terecht moet kunnen bij een loket, in dit geval het WMO loket. Het is vervolgens aan de gemeente om de vraag uit te zetten bij de juiste afdeling of instelling.

Het blijkt dat veel instellingen en organisaties nog onvoldoende samenwerken. Die samenwerking moet wat de SP betreft verbeterd worden. De gemeente zou in deze een regierol moeten vervullen.

Verder wordt er in dit stuk veel gesproken over digitalisering en het digitale WMO-loket. De SP vindt het een goede ambitie om zo veel mogelijk ook digitaal geregeld te hebben. Echter zien wij als SP, zeker omdat wij ons nog in de beginfase van de WMO bevinden, liever dat alle aandacht wordt gericht op de samenwerking en optimalisering van de fysieke dienstverlening. Als dit eenmaal loopt volgt de digitale dienstverlening vanzelf wel. En daar waar met partners gewerkt wordt moet de digitale dienstverlening voor de burger zo transparant mogelijk verlopen. Dus niet van het kastje naar de muur worden gestuurd, of in digitale termen gezegd, van website naar website worden gestuurd maar niet de informatie krijgt die wordt gezocht.

Ondersteuning jeugd
In dit deelbeleidsplan stoort de SP zich erg aan het herhaaldelijk gebruik van de eigen verantwoordelijkheid. Hoe kan een jeugdig iemand die in de problemen dreigt te raken nu zelf signaleren dat het fout gaat en hier het liefst nog preventieve maatregelen neemt. In dit plan is er in de ogen van de SP een belangrijke rol weggelegd voor de scholen. Jeugdigen zitten een groot deel van de tijd op school. Juist daar kan vroegtijdige signalering plaatsvinden.

Verder blijkt uit dit stuk dat de instellingen en organisaties die op het vlak van jongeren actief zijn elkaar vaak niet weten te vinden en al helemaal geen idee van elkaar hebben wat zij nu precies doen. Op het gebied van samenwerking valt er dus nog een heleboel te verbeteren. De SP ziet hierin een regierol voor de gemeente weggelegd.

De SP heeft moeite met het feit dat het College stelt dat er een meldpunt moet komen waar burgers misstanden kunnen melden. De SP ziet dit min of meer als een klikpunt en daar zitten wij niet op te wachten. Maar zoals eerder al is aangegeven zijn wij wel een voorstander van signalering. Maar hoe dit dan precies ingevuld moet worden is niet duidelijk. Ik wilde hier graag met de andere fracties van gedachten over wisselen, maar de voorzitter stond dit niet toe. Dit geheel tegen mijn zin in!

Elkaar helpen
Dit deelbeleidsplan richt zich op mantelzorgers en vrijwilligers. Als SP hebben wij veel aandacht besteed aan de positie van de mantelzorger. Niet dat wij geen oog hebben voor de vele vrijwilligers, maar omdat wij het onderdeel mantelzorg erg belangrijk vinden.

In het stuk wordt meerdere malen gesproken over het feit dat er te weinig mantelzorgers zijn. Als SP hebben wij aangegeven dat dit eigenlijk niet in een stuk vermeld zou mogen worden. Het impliceert namelijk dat de gemeente er dus vanuit gaat dat een groot deel van de zorg wordt gedaan door mantelzorgers. (nu wordt al 80% van de zorg geleverd door mantelzorgers!) Het mag wat de SP betreft best een ambitie zijn van het College van B&W, maar men mag er totaal niet vanuit gaan dat een bepaald percentage zorg wordt geleverd door mantelzorgers. Want mantelzorg is en blijft vrijwillig en kan nimmer worden afgedwongen!

Ook ziet de SP graag snel goede respijtzorg faciliteiten voor mantelzorgers. Uit het stuk valt op te maken dat het College van B&W de respijtzorg ingevuld wil zien door vrijwilligers. Dit vinden wij als SP niet wenselijk. Er moeten gespecialiseerde hulpen zijn die tijdelijk de zorg van een mantelzorger over kan nemen. Er vanuit gaan dat een vrijwilliger dit wel kan is ten eerste niet wenselijk, want men moet vaak specifieke en zware zorgtaken uitvoeren zoals wassen e.d. en als tweede zijn vrijwilligers schaars dus je kan er nooit op vertrouwen dat er voldoende vrijwilligers zijn.

Verder wil de SP graag veel meer aandacht voor jonge mantelzorgers. Jongere weten vaak niet eens dat zijn mantelzorger zijn als zij hulp bieden aan een ouder of broetje/zusje. Op dit gebied zou veel specifiekere informatie moeten worden geleverd.

Als laatste hebben wij als SP nogmaals benadrukt dat mantelzorgers nadrukkelijk betrokken moeten worden bij de indicatiestelling. Daar waar een gezien zorg verleend aan een gezinslid, en dus mantelzorgers zijn, is het zeer wenselijk dat er een aantal uur huishoudelijk hulp wordt gegeven. Hiermee worden de mantelzorgers een beetje ontlast en zullen zij veel minder snel een beroep doen op respijtzorg

Het was uiteindelijk een lange avonden geworden en twee deelbeleidsplannen, te verstaan meedoen makkelijker maken en :sociaal kwetsbaren zijn nog niet behandeld. Deze zullen 6 december, tijdens een extra commissie Samenleving behandeld worden.

U bent hier