h

Diftar-enquête deel 1: Hans Peereboom, hoofd reiniging

20 mei 2003

Diftar-enquête deel 1: Hans Peereboom, hoofd reiniging

Als er iets is wat de politiek in Zoetermeer in beroering bracht, dan is het Diftar. Het nieuwe systeem van afvalscheiding kostte veel geld maar flopte. Hoe dit kon gebeuren is onderwerp van de Diftar-enquête, komende weken. Vandaag deel 1: Hans Peereboom, hoofd reiniging.

Bron: Haagsche Courant

Heeft een ambtenaar van de gemeente Zoetermeer vertrouwelijke informatie gelekt naar D66-gemeenteraadslid Flip Huisman? Het gerucht ging al maanden de ronde in de wandelgangen van de Zoetermeerse gemeenteraad. Hans Peereboom, hoofd van de gemeentelijke reiniging, heeft ervan gehoord, zo verklaarde hij gisteravond voor de Diftar-enquetecommissie. De bewuste ambtenaar kent hij niet en van wie hij het gerucht heeft vernomen kon Peereboom zich gisteravond niet meer herinneren. "Maar ik denk van een wethouder", is alles wat hij erover kwijt wilde.

Peereboom beet het spits af in de openbare verhoren in het gemeenteraadsonderzoek naar het Diftar-debacle. Zijn verklaring over het mogelijke lekken van vertrouwelijke informatie was het eerste opmerkelijke nieuws in het verhoor dat vooral ging over de voorgeschiedenis van Diftar. Of Huisman gevoelige informatie is toegespeeld, zal blijken als oud-wethouders en Huisman zelf voor de commissie verschijnen. De vertrouwelijke informatie betreft een risico-analyse, waarin ambtenaren waarschuwden voor zekere gevaren met Diftar die konden leiden tot hogere kosten. Van invloed op de besluitvorming rond Diftar was die risico-analyse al lang niet meer. De eerste analyse kwam aan het einde van 2001 toen het besluit om Diftar in te voeren allang was genomen en het geld al uitgegeven. Wat pikant zou kunnen zijn is dat wethouders vlak voor de verkiezingen van maart 2002 mogelijk al wisten over risico's, maar in de campagne verklaarden dat er niets mis was met het systeem.

Zo kreeg het eerste openbare verhoor in de Diftar-enquête toch nog een pikante wending. Voor het eerst in de Zoetermeerse politieke geschiedenis deed de gemeenteraad zelf onderzoek en het ging allemaal heel officieel, net als bij de Tweede Kamer-enquêtes over de bouwfraude en Srebrenica.

Peereboom werd binnengeleid door de griffie en moest vervolgens de eed afleggen. Want wie het niet nauw neemt met de waarheid, pleegt meineed. De sfeer was in het begin van het verhoor nog enigszins gespannen, de commissieleden waren wat onwennig. Hans Griep (CDA) en Henry de Bruijn (SP) namen het grootste deel van het verhoor voor hun rekening en probeerden vooral een chronologische reconstructie te maken van de besluitvorming en de uiteindelijke ondergang van Diftar. Voor het publiek op de half gevulde tribune was dat niet altijd goed te volgen. Allereerst door de nogal technische en specialistische informatie die werd uitgewisseld. Voor de vele aanwezige politici en ambtenaren misschien niet zo'n probleem, maar voor de leken onder de toehoorders waren de uitweidingen over tariefberekeningen en procedures onnavolgnaar.
Bovendien is de opstelling van de tafels niet bepaald uitnodigend. De verhoorde zit aan een kleine tafel recht tegenover de commissie en is daardoor met de rug naar de publieke tribune gericht.

Wat in elk geval duidelijk werd uit de verklaringen van Peereboom is dat er bij de invoering van Diftar in 2001 al sprake was van risico's. Hij kan het weten, want Peereboom stond als hoofd van de reiniging min of meer aan de wieg van Diftar. Hij liet al in 1998 onderzoek doen naar het nieuwe systeem waarbij de afvalbelasting afhangt van de hoeveelheid afval die iemand levert "Er waren veel onzekerheden", erkende Peereboom, "maar niet te veel en voor ons aanvaardbaar."

Het probleem met het inschatten van de risico's was ook, legde Peereboom uit dat er weinig vergelijkingsmateriaal was. Er waren nog maar weinig gemeenten overgegaan op Diftar en degene die dat hadden gedaan hadden nauwelijks ervaring met het systeem. Wel plaatste Peereboom al vroeg vraagtekens bij het terugverdien-effect voor de burgers. De bedoeling achter Diftar was dat voorbeeldig gedrag _ minderen van afval en beter scheiden van afval _ zou worden beloond met een lagere afvalstoffenheffing. "Dat was een paar gulden op 450 gulden voor een gemiddeld afvalgedrag, een paar procentjes dus. Er hoeft dan maar niks te gebeuren of er is geen voordeel voor de burger meer te behalen."

Zijn ambtenaren overwonnen de aanvankelijke scepsis over Diftar. "In het begin was men niet al te enthousiast. Het is niet leuk als er op verjaardagen en feestjes negatief wordt gesproken over de reiniging. Mijn ambtenaren verdienen complimenten, want de hele handel stond er eind 2002."

U bent hier