Zoetermeer

Tijdens de gemeenteraadsvergadering van maandag 8 oktober 2007 heeft de SP een interpellatie gehouden over de huidige problemen in de thuiszorg die zijn ontstaan door de invoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO). Vele thuiszorgmedewerkers raken hun baan kwijt wat tot gevolg heeft dat veel cliënten van de WMO zonder hulp te zitten. Dankzij de SP heeft de raad onderschreven dat er in de gemeente Zoetermeer hierdoor grote problemen zijn ontstaan.

De SP Zoetermeer heeft een eigen onderzoek gedaan naar het functioneren van de WMO in de gemeente Zoetermeer. De resultaten van het onderzoek zijn verwoord in het rapport “Hulp zonder Zorgen”. Naast de resultaten van het onderzoek zijn er ook aanbevelingen gedaan. Een aantal aanbevelingen wilde de SP benadrukken door ze in te dienen als motie. Een van de ingediende moties (mede ondertekend door de VVD en D66) heeft het uiteindelijk gehaald. Tegen waren het CDA, de PvdA (alleen dhr. Kuiper stemde voor) en de ChristenUnie/SGP. De strekking van de motie is dat het College van B&W zich tot het uiterste in zal zetten om ervoor te zorgen dat iedereen de hulp krijgt die geïndiceerd is. Indien nodig zal er een tijdelijk contract gesloten worden met een zorgaanbieder buiten de vijf huidige gecontracteerde zorgaanbieders. Ook moet er periodiek gerapporteerd worden over de doorlooptijd van aanvragen voor huishoudelijke verzorging en het aantal mensen dat wacht op de zorg die geïndiceerd is.

De SP heeft ook op een voorstel ingediend op een voor de SP belangrijk punt, namelijk het protocol gebruikelijke zorg, waarin wordt gesteld dat van een kind vanaf vier jaar al verlangt kan worden dat deze mee draait in het huishouden als een lid van het huishouden (tijdelijk) niet meer deel kan nemen aan het huishouden. Als SP vinden wij het niet wenselijk dat dit al van een kind van vier jaar verlangt kan worden. Helaas waren alleen de Lijst Hilbrand Nawijn (LHN) en dhr. Kuiper van de PvdA het met de SP eens. De overige partijen zien niet in dat hierdoor grote problemen ontstaan binnen een gezin. Doordat dit van een kind van vier jaar al verlangt kan worden heeft dit gevolgen voor het aantal uren huishoudelijke verzorging dat een gezin krijgt. Tevens zijn binnen dat zelfde gezin de meeste leden ook mantelzorger voor het gezinslid dat (tijdelijk) niet meer mee kan deelnemen aan het huishouden. Doordat ook het volledige huishouden nog eens bij de mantelzorgers wordt neergelegd kan dit gevolgen hebben voor de voortzetting van de mantelzorg en zullen de mantelzorgers sneller bij de gemeente aankloppen voor ondersteuning, omdat het hun (tijdelijk) te veel wordt. Als SP hebben wij de andere partijen toegezegd met concrete voorbeelden te komen (die voort komen uit ons onderzoek) om de andere partijen hiermee een inzicht te geven waarom wij als SP grote problemen hebben met het huidige protocol gebruikelijke zorg.

Daniël Westhoek: “Ik ben zeer tevreden met het debat dat is gevoerd. De raad heeft nu onderschreven dat er daadwerkelijk serieuze problemen zijn bij de thuiszorg in de gemeente Zoetermeer. Hierdoor zullen een hoop cliënten van de WMO die nu zonder hulp zitten of wel hulp krijgen, maar minder dan geïndiceerd is, geholpen worden,. Het doet mij dan ook goed dat het signaal dat wij als SP middels deze interpellatie aan de wethouder hebben willen geven daarom ook breed ondersteund is door de raad. Ik ben echter wel teleurgesteld in een meerderheid van de raad als het gaat om het protocol gebruikelijke zorg. Men vindt het blijkbaar geen probleem dat er van een kind van vier jaar al verlangt kan worden dat deze mee draait in het huishouden en dat dit dan dus negatieve gevolgen heeft voor het aantal uren huishoudelijk verzorging dat het gezin zou moeten krijgen.”