Zoetermeer

Maandag 19 juni heeft commissie 2 een extra vergadering gehad over de concept-beleidskader WMO en de concept-verordening WMO. De SP is op een aantal punten zeer kritisch en heeft daarom een vijftiental vragen opgesteld en deze tijdens de behandeling aan de wethouder voorgelegd.

Ondanks dat de WMO een belangrijke wijziging is voor het functioneren van de gemeente was de commissie niet zo kritisch als de SP had gehoopt. De stukken die ons zijn voorgelegd zijn, zijn verre van volledig en mogen wat de SP betreft nog niet worden gezien als de definitieve versie van de stukken. De wethouder was het hier mee eens.

De volgende vragen zijn er aan de wethouder gesteld:

1. In het inleidende stuk voor het concept-beleidskader WMO wordt er gesteld dat het uitgangspunt is dat niemand erop achteruit zal gaan. We gaan ervan uit dat het rijk hiervoor voldoende middelen beschikbaar stelt. Wat zijn de consequenties voor de zorg c.q. voorzieningen als het rijk hiervoor niet voldoende middelen beschikbaar blijkt te stellen?

Reactie wethouder: De zorgvoorzieningen staan voorop, niet het budget. Indien blijkt dat er te weinig budget beschikbaar is, zal de wethouder dit melden aan de raad en met een voorstel voor denkking komen.

2. Is bij het opstellen van het concept-beleidskader WMO ook kennis genomen van het WMO manifest van organisaties van consumenten, patiënten, cliënten, mantelzorgers en de vakbeweging, welke ook is aangeboden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal?

Reactie wethouder: Er is tijdens de behandeling naar zo veel mogelijk organisaties geluisterd, dus niet specifiek dit document is gebruikt.

3. In het concept-beleidskader WMO is globaal opgenomen wat er tijdens de participatierondes is besproken. Is er een uitgebreider overzicht van de standpunten van de verschillende partijen die hebben deelgenomen?

Reactie wethouder: Het document met alle standpunten van de verschillende organisaties is uitgereikt.

4. De SP heeft zich geërgerd aan de haast waarop dit stuk ineens behandeld moest worden. De portefeuillehouder was ook niet al te enthousiast toen in commissie 2 van 7 juni j.l. de commissie besloot het punt door te schuiven naar een extra vergadering van de commissie. Echter spreekt de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Clémence Ross, vaak over een zorgvuldig te bewandelen traject voor de invoering van de WMO. Gemeenten hoeven zich niet te haasten om alles op 1 januari 2007 gereed te hebben. Is de portefeuillehouder van deze uitspraak op de hoogte en is hij van mening dat dus de druk iet zo hoog is als dat er steeds wordt gesuggereerd?

Reactie wethouder: De doelstelling van de gemeente is om zo veel mogelijk voor 1 januari 2007 geregeld te hebben. Vandaar dat er af en toe wat haast achter zit.

5. Binnen de WMO is er op het gebied van financiën veel speelruimte. De financiële middelen worden niet geoormerkt. De SP gaat er vanuit dat de portefeuillehouder het van belang vindt dat alle voor de WMO bestemde gelden ook ten gunste komen van de WMO. De SP wil daarom graag van de portefeuillehouder weten of hij bereid is de financiële middelen voor de WMO te oormerken, om ongeoorloofd gebruikt van WMO gelden te voorkomen.

Reactie wethouder: De wethouder zal zo veel mogelijk proberen het geld te oormerken.

6. Het WMO loket is een samenhangend geheel van front- mid- en backoffice, waarin diverse organisaties op het gebied van wonen, zorg en welzijn samenwerken ten behoeve van de burger. Is de gemeentelijke organisatie al klaar om op deze wijze te functioneren?

Reactie wethouder: Ja, voor de WMO is dit al geregeld. De rest van het ambtelijk apparaat volgt later.

7. De burger krijgt binnen een bepaalde termijn antwoord op zijn/haar vragen (telefonisch en e-mail). Als eerste mist de SP hier de antwoord mogelijkheid via de post. (brief) Als tweede wil de SP graag weten wat het termijn is waarop de burger zijn/haar antwoord kan verwachten? Dit is SMART en dus controleerbaar en de burger weet wat hij/zij kan verwachten!

Reactie wethouder: Mogelijkheid tot reactie middels brief wordt ook opgenomen. Voor de reactietijd gelden de wettelijk vastgestelde termijnen, daarom zijn deze niet genoemd in de concept-beleidskader WMO

8. Het WMO-loket komt bij voorkeur in het Stadshart te liggen. Dit is centraal en goed bereikbaar, ook per openbaar vervoer. Op dit moment is de WVG van de gemeente Zoetermeer gevestigd aan de Aïdaschouw. Deze locatie is volgens de SP goed geschikt om het WMO-loket te vestigen. Ligt toch ook nog redelijk in het centrum en is ook goed te bereiken. (ook per openbaar vervoer) Tevens scheelt dit een hoop verbouwingskosten als het loket bijvoorbeeld in het Stadhuis gevestigd zal worden. De SP wil weten of de portefeuillehouder deze locatie ook geschikt vindt. En voldoet de locatie ook aan de eisen die de WMO hieraan stelt?

Reactie wethouder: De wethouder heeft de voorkeur voor het Stadhuis, omdat de gemeente zo uitstraalt dat het WMO-loket een belagnrijk onderdeel van de gemeente is.

9. Het WMO loket is op winkeltijden (uitgezonderd de zaterdag) geopend. De SP vraagt zich af wat er bedoeld wordt met “uitgezonderd de zaterdag”. Betekend dit dat het loket op zaterdag niet open is? Indien dat het geval is, dan is de SP van mening dat het loket ook, al is het bijvoorbeeld alleen in de ochtend, op zaterdag open is. De vraag aan de portefeuillehouder of dit mogelijk is.

Reactie wethouder: Wegens te weinig budget zal het niet mogelijk zijn het loket op zaterdag geopend te hebben.

10. In het concept-beleidskader staat dat voor het aanbesteden van huishoudelijke verzorging kwaliteitseisen worden gesteld. De SP is geen voorstander van aanbesteding, maar dit is helaas vastgelegd. Om te voorkomen dat ongekwalificeerde bedrijven dit werk kunnen gaan doen ziet de SP graag dat aanbesteding alleen wordt gedaan door gecertificeerde bedrijven, met gekwalificeerd personeel. Tevens moeten de bedrijven meerdere vormen van huishoudelijke verzorging kunnen bieden. Is de portefeuillehouder bereid deze verscherpte formulering op te nemen?

Reactie wethouder: Er zullen eisen worden gesteld aan de aanbieder van huishoudelijke verzorging. Het is niet de intensie van het college om schoonmaakbedrijven in te huren om deze werkzaamheden uit te voeren.

11. De gemeente heeft uiteindelijk de beslissing of iemand al dan niet een PGB krijgt toegewezen. De gemeente kan een PGB aanvraag weigeren. Op welke gronden kan de gemeente een PGB aanvraag weigeren?

Reactie wethouder: Officieel kan het niet geweigerd worden. Echter is de gemeente altijd terughoudend geweest in het afgeven van een PGB, daarom wordt er hier en daar in de concept-beleidskader WMO gesproken over het op bepaalde gronden kunnen weigeren van een PGB aanvraag.

12. Hoe is de regeling rondom de indicatiestelling van mensen die op dit moment een PGB ontvangen? Blijft deze gehandhaafd na de invoering van de WMO. En zo ja, blijft de indicatiestelling geldig totdat deze verloopt?

Reactie wethouder: De indicatie blijkt in ieder geval tot een jaar na invoering van de WMO geldig.

13. De SP is geen voorstander van een eigen bijdrage. Immers, mensen hebben er niet voor gekozen dat zij hulpbehoevend zijn geworden. Echter begrijpt de SP ook wel dat anders de kosten voor de gemeente te hoog worden. Om onrust te voorkomen stelt de SP voor in iedergeval de huidige eigen bijdrage te behouden. Wel zou de SP graag willen weten wat de financiële gevolgen zijn als er wordt gesteld dat iedereen tot 110% van het minimum geen eigen bijdrage hoeft te betalen en boven deze grens een regeling naar inkomen?

Reactie wethouder: De wethouder zal een aantal rekenvoorbeelden maken zodat de commissie inzicht ktijgt in de gevolgen als er een inkomensafhankelijke eigen bijdrage komt.

14. Is het mogelijk dat huidige gebruikers van huishoudelijke verzorging bij overgang naar de WMO hun huidige zorgverlener kunnen behouden?

Reactie wethouder: In theorie wel, maar er moet aanbesteed worden, dus er kan niet gegarandeerd worden.

15. Onder preventieve ondersteuning van jeugdigen staat dat onder meer dat kerken een belangrijke rol spelen in de signalering van problemen. De SP neemt aan dat deze rol toch voornamelijk meer bij scholen en verenigingen ligt.

Reactie wethouder: De wethouder is het met de SP eens. Ook scholen en verenigingen spelen hierin een belangrijke rol.